Marcus 12:1-12 Confrontatie met hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten 2

Hij begon tegen hen te spreken in gelijkenissen: ‘Een man legde een wijngaard aan en omheinde die. Hij groef een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Hij verpachtte de wijngaard aan wijnbouwers en ging op reis. Na verloop van tijd stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst van hen te ontvangen;

0Shares
Lees meer ...

Marcus 12:13-27 Confrontatie met Farizeeën, Herodianen en Sadduceeën 1

Ze stuurden enkele Farizeeën en Herodianen naar Hem toe om Hem een ongeoorloofde uitspraak te ontlokken. Toen ze bij Hem gekomen waren, zeiden ze tegen Hem: ‘Meester, we weten dat U oprecht bent en dat U zich aan niemand iets gelegen laat liggen. U kijkt niemand naar de ogen, maar geeft in alle oprechtheid onderricht over de weg van God. Is het toegestaan belasting te betalen aan de keizer of niet? Moeten we betalen of niet?’ Maar omdat Hij hun huichelarij doorzag, antwoordde Hij: ‘Waarom stelt u me op de proef?

0Shares
Lees meer ...

Marcus 12:28-34 Confrontatie met Farizeeën, Herodianen en Sadduceeën 2

Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat Hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’

0Shares
Lees meer ...

Marcus 12:35-44 Onderricht in de tempel

Jezus vroeg de mensen bij Zijn onderricht in de tempel: ‘Hoe kunnen de schriftgeleerden beweren dat de Messias een zoon van David is? Zelf heeft David, geïnspireerd door de heilige Geest, gezegd: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan Mijn rechterhand, tot Ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.'” David noemt Hem Heer, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn?’

0Shares
Lees meer ...

Marcus 13:1-13 De komst van de Mensenzoon 1

Toen Hij de tempel verliet, zei een van Zijn leerlingen tegen Hem: ‘Meester, kijk eens, wat een enorme stenen en wat een imposante gebouwen!’ Jezus zei tegen hem: ‘Die grote gebouwen die je nu ziet–wees er maar zeker van dat geen enkele steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken.’ Toen Hij op de Olijfberg was gaan zitten, tegenover de tempel, en Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas alleen met Hem waren, stelde Petrus Hem de vraag: ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we herkennen dat het zover is?’

0Shares
Lees meer ...

Marcus 13:14-23 De komst van de Mensenzoon 2

Wanneer jullie de “verwoestende gruwel” zien staan waar hij niet hoort (lezer, begrijp dit goed), dan moet iedereen in Judea de bergen in vluchten; wie op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om nog iets uit zijn huis mee te nemen, en wie op het land is moet niet naar huis gaan om zijn mantel te halen. Wat zal het rampzalig zijn voor de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Bid dat het niet in de winter gebeurt, want zulke verschrikkingen als er in die tijd zullen plaatsvinden, zijn er sinds het begin van Gods schepping nooit geweest en zullen er ook nooit meer komen.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 13:24-37 De komst van de Mensenzoon 3

Maar in de dagen na de verschrikkingen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal men de Mensenzoon zien komen op de wolken, bekleed met grote macht en luister. Dan zal Hij de engelen erop uitsturen om Zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeen te brengen, van het uiteinde van de aarde tot het uiteinde van de hemel.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 14:1-11 Jezus met kostbare olie gebalsemd

De volgende dag zou het feest van Pesach en het Ongedesemde brood beginnen. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om Hem door middel van een list gevangen te nemen en te doden. Ze zeiden bij zichzelf: Tijdens het feest kan dat niet, want dan komt het volk in opstand.

0Shares
Lees meer ...