Prediker 4:1-11 1

Ik vestigde mijn aandacht op alle onderdrukking die er is onder de zon en zag de tranen van de onderdrukten. Er is niemand die hen bijstaat. De onderdrukkers onderdrukken hen met harde hand, en er is niemand die hen bijstaat. De doden, meende ik, zijn gelukkiger te prijzen dan de levenden. Zij die al gestorven zijn, zijn beter af dan zij die nog in leven zijn. Maar beter af dan beiden is degene die nog niet geboren is en nog geen weet heeft van het onrecht dat er wordt begaan onder de Zon.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 4:12-17 2

En iemand die alleen is kan zich niet verdedigen wanneer hij aangevallen wordt, maar met zijn tweeën houd je stand. Een koord dat uit drie strengen is gevlochten, is niet snel stuk te trekken. Beter een wijze jongen die van lage afkomst is dan een oude dwaze koning die zijn oren sluit voor goede raad.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 5:1-10 1

Wees niet te haastig met je woorden en doe God niet overijld met heel je hart geloften. Want God is in de hemel en jij bent op aarde, dus moet je spaarzaam met je woorden zijn. Drukte leidt tot dromerij en veel praten tot gebazel. Wanneer je God toch een gelofte doet, los die dan ook spoedig in. God is niet gesteld op dwazen. Los dus je geloften in. Je kunt beter geen gelofte doen dan een gedane gelofte niet inlossen.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 5:11-19 2

Een arbeider slaapt goed, of hij nu veel of weinig te verteren heeft, maar wie zwelgt in rijkdom, kan de slaap niet vatten. Ik heb een trieste zaak onder de Zon gezien die tot veel ellende leidt. Iemand waakt over zijn rijkdom, maar het loopt rampzalig af, want één tegenslag vaagt al die rijkdom weg. De zoon die hij verwekt heeft, blijft met lege handen achter. Naakt is zo iemand uit de moederschoot gekomen, even naakt keert hij terug.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 6:1-12

Het is, dat heb ik ingezien, een trieste zaak onder de Zon en voor de mens een zware last: God geeft iemand rijkdom, bezittingen en aanzien; er ontbreekt hem in zijn leven niets van wat hij zich gewenst heeft, maar God staat niet toe dat hij ervan geniet. Dat laat Hij een vreemde doen. Leegte is het, een ellendige en trieste zaak. Zo iemand zou wel honderd kinderen kunnen krijgen en wel jaren kunnen leven, vele jaren lang, maar als zijn dorst naar rijkdom nooit gelest wordt en hem nog niet eens een graf rest, dan – zeg ik – is een doodgeboren kind beter af.

0Shares
Lees meer ...